Dit artikel is integraal overgenomen uit het Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, augustus 2023
In de Rietveld Academie zijn kunststudenten druk bezig met creatieve uitspattingen. Daarom schilderen ze na ieder jaar hun lokalen weer netjes grijs. Alleen is daardoor het originele kleurenpalet van het monument verloren gegaan. Na onderzoek kan dat nu worden hersteld. Vier verschillende tinten grijs met accenten in primaire kleuren. Want het gebouw is en blijft een echte Rietveld. Van De Stijl.

Tussen de kunst in wording oogt de Gerrit Rietveld Academie overwegend grijs. Maar achter dat grijs schuilt een doordacht en afwisselend kleurenplan. Dat heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed onderzocht. De originele kleuren kunnen nu op en in de Amsterdamse kunstacademie teruggebracht worden, in samenwerking met de oorspronkelijke fabrikanten. Al in 1950 kreeg de meubelmaker en architect Gerrit Rietveld de vraag om zowel de kunstacademie in Arnhem als die in Amsterdam te ontwerpen. Rietveld was sinds eind jaren tien bekend van De Stijl, de kunstbeweging van de primaire kleuren. Het creëren van de beide schoolgebouwen beschouwde hij als twee van zijn belangrijkste opdrachten.
Noodgedwongen had hij er veel tijd voor nodig. De Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem werd in 1963 geopend. Toen moest in Amsterdam de nieuwe behuizing voor wat het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs heette nog gebouwd worden. Het is het grootste bouwwerk dat Rietveld heeft ontworpen. Rond een betonnen skelet is een vliesgevel van veel glas met staal gemonteerd. De indeling binnen is flexibel. De architect ontwikkelde namelijk een sober inbouwsysteem met stalen profielen, die je met wanden, deuren, ramen, kasten en vitrines kunt vullen. Zo kun je het gebouw aanpassen als dat nodig is. Dat is typerend voor Rietveld. Zelf heeft hij de school nooit af gezien, omdat hij in 1964 op 76-jarige leeftijd overleed. Als eerbetoon werd het Instituut een jaar na de opening in 1967 naar hem vernoemd.

Intensief gebruik
De Gerrit Rietveld Academie heeft in de afgelopen 56 jaar haar functie als hogeschool voor beeldende kunst gehouden. In het gebouw richten de studenten hun lokalen in, waarin ze gedurende een jaar aan het werk kunnen. Ze ervaren hier volledige vrijheid, in lijn met de visie van de ontwerper. Er wordt dan ook heel wat afgesleept met zware en grote onderdelen en gereedschappen. Door dat intensieve gebruik van de lokalen en de gangen ondergaan de vloeren en de wanden aanzienlijke slijtage. Maar aan het einde van elk academiejaar wordt er aandacht aan het onderhoud van het gemeentelijke monument besteed. Het hele gebouw wordt dan eerst omgetoverd tot een grote tentoonstellingsruimte, als 160 studenten de gangen en lokalen met hun eindexamenwerk inrichten. Na afloop halen ze potten met ‘Rietveld-grijze’ verf op om de lokalen te schilderen en klaar te maken voor het nieuwe jaar.

Zo brengen de studenten zelf de academie weer in de schone staat terug. Een mooie traditie. Dit Rietveld-grijs komt bij deze actie soms ook op delen van het monument terecht die van origine een andere kleur hadden. Daarnaast is de verf door veranderingen in de receptuur in de loop der tijd steeds groener geworden. Hierdoor zijn de oorspronkelijke kleuren van het gebouw, die uit vier verschillende grijzen en primaire accenten geel, blauw en rood bestaan, onherkenbaar geworden.
Opeenvolgende lagen verf
Daarom heeft het onderzoek van de Rijksdienst zich niet alleen op het herstel van de kleuren gericht. Ook werkten de onderzoekers met de fabrikanten aan de perfectionering van de verfreceptuur voor het onderhoud. Uitvoerig bestudeerden zij de opeenvolgende lagen verf in de academie en in het laboratorium om er achter te komen waar die verf dan precies uit bestaat. Bijzonder is dat de originele kleurcodes van de verf en de vloerafwerkingen op de bouwtekeningen en in de bestekken uit de jaren zestig genoteerd staan. In die tijd werd er in de bouw steeds meer gebruikgemaakt van kant-en-klare, industrieel vervaardigde producten. Kennis over die materialen is nodig voor het beheer en behoud van de gebouwen, nu en in de toekomst. Dit geldt ook voor de Gerrit Rietveld Academie.
Specifiek voor het kleurenonderzoek waren de volgende vragen. Waaruit bestond het palet? Hoe is dat in de loop der tijd aangepast ten behoeve van het flexibele gebruik van het gebouw? Hoe kan het worden hersteld? En wat is er nodig om het te behouden? Bij elke schilderbeurt vragen de juiste kleuren van de juiste verf op de juiste plaats de aandacht. Eerder, in 2003, is de academie bij een restauratie weer in de authentieke kleurstelling geschilderd. Maar in de loop van twintig jaar is dat palet nogmaals vervaagd.
Warm middengrijs
Hoewel de kunststudenten met hun werk veel kleur geven aan het gebouw vormt grijs hier de hoofdtoon. Er hoort een warm middengrijs op het staal in de puien en op de binnenwanden te zitten, het echte Rietveld-grijs. De binnendeuren waren van oorsprong antracietgrijs, andere wanden lichtgrijs en de deurkozijnen van de toiletten witgrijs. De wanden horen niet wit te zijn, want volgens Rietveld betekent wit volledigheid. En is het juist de begrenzing waar we van leren. Ook de kale betonconstructie is grijs en er ligt licht- en donkergrijs linoleum. Een bewuste keuze. Daarnaast zijn er andersoortige kleurvlakken in de academie aangebracht. De grootste zijn de vloeren. Marmoleumvloeren in rood, blauw en groen vormen samen met het licht- en donkergrijs een speels en uitgebalanceerd palet.

De gang van iedere afdeling heeft een eigen kleur marmoleumvloer, met aan beide uiteinden een rood, geel of blauw geschilderde kopse wand. De deuren van de toiletgroepen in het hoofdtrappenhuis en op twee van de gangen horen donkerder geel geschilderd te zijn. De combinatie van de grijzen en de primaire kleuren zorgt niet alleen voor variatie, maar ook voor overzicht in de open, transparante architectuur. Rietveld selecteerde verf en linoleum die in de bouwwereld voorhanden waren. Voor de verf koos hij kleuren van de fabrikanten Sikkens en Pieter Schoen en als vloerbedekking onder andere linoleum van Linoleum Krommenie. De combinatie grijzen met primaire accenten komt in het aanbod van deze fabrieken terug. De kleuren en materialen die de fabrikanten produceerden, hadden zij met coloristen, kunstenaars en architecten samengesteld.
De originele vloerdessins
Deze bedrijven bestaan nog steeds. Linoleum Krommenie heet tegenwoordig Forbo Flooring. In het archief van deze fabriek hebben de onderzoekers de originele vloerdessins uit de Rietveld Academie teruggevonden. En in de archieven van Sikkens en Pieter Schoen, nu AkzoNobel en Sigma Coatings geheten, zijn de oorspronkelijke kleurenwaaiers uit de jaren zestig achterhaald. Dit laat zien hoe belangrijk bedrijfsarchieven zijn voor de kennis en het behoud van het culturele erfgoed van vooral de twintigste eeuw. In samenwerking met Forbo is er bij de restauratie van 2003 nieuw linoleum gelegd in de kleuren uit 1967. Dat kan nog jaren mee, ondanks de slijtage. En samen met AkzoNobel is met behulp van de opgediepte kleurenwaaiers de verfreceptuur voor de school nu op maat gemaakt.
In mei van dit jaar konden tijdens een vakantieweek van de studenten in alle rust kleurproeven in de academie worden opgezet. Ook zijn toen de kopse wanden van twee gangen opnieuw geschilderd. Dat gebeurde in de accentkleuren rood, geel en blauw die Rietveld op zijn ontwerptekeningen heeft aangegeven. Hierover zegt schilder Cyrill Stinkens van AkzoNobel: ‘Rietveld heeft goed dekkende tinten gekozen.’ Bovendien is het juiste Rietveld-grijs die week op locatie beproefd. Nu kan die verf in productie worden genomen, zodat hij aan het eind van komend schooljaar klaarstaat voor de studenten. Dan kunnen zij hun lokalen weer als vanouds met dit juiste Rietveld-grijs schilderen.

Mariël Polman, specialist kleur en schilderingen, en Santje Pander, restaurator historische binnenruimten, beiden bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, verrichtten dit onderzoek, m.polman@cultureelerfgoed.nl & s.l.e.pander2@cultureelerfgoed.nl.